Nieuwe tijden, nieuwe zeden
Eind jaren 80 wou Vlaanderen komaf maken met de grindwinning in Limburg. Grind leek immers nauwelijks nog een toekomst te hebben omwille van de ogenschijnlijke tegenstellingen tussen natuur en ontginning. Tegen eind 2005 moest het zo goed als afgelopen zijn. Men was ervan overtuigd dat er in de tussentijd wel voldoende duurzame alternatieven voor ons Limburgs grind op de markt zouden komen. Een onderzoekscomité speurde actief naar vervangende granulaten en ondersteunde de commercialisering ervan.
Nieuwe kijk, nieuwe kansen
Ondertussen werd duidelijk dat er voor amper een tiende van de toepassingen van grind degelijke, duurzame alternatieven bestaan. We kunnen moeilijk zonder. Tevens is gebleken dat een verantwoorde grindwinning op termijn unieke kansen creëert voor natuurontwikkeling, recreatie, landbouw en hoogwaterveiligheid of het wegwerken van grondoverschotten.
Bovendien is en blijft de sector een bron van welvaart, rechtstreeks en onrechtstreeks goed voor duizenden jobs in Vlaanderen, waarvan de grote meerderheid in Limburg. Redenen genoeg dus voor alle betrokkenen om zich constructief op te stellen. Samen werd dan ook gezocht naar een goede basis voor nieuwe projecten met een zo groot mogelijke meerwaarde voor zoveel mogelijk belanghebbenden.
Nieuw decreet, nieuwe start
Op 3 april 2009 keurde de Vlaamse regering een aanpassing van het grinddecreet goed. Grindwinning wordt voortaan projectmatig aangepakt en vereist goedkeuring van alle betrokken partijen. Vooraf wordt het toekomstbeeld duidelijk vastgelegd. Het projectgrindwinningscomité bij de provincie Limburg waakt over de correcte uitvoering.
Nieuwe uitdagingen voor de grindsector dus en het begin van een tijdperk waarin ecologische, economische en sociale belangen hand in hand gaan.